Vallen, struikelen en uitglijden gebeuren vaak op de bouwplaats. Je kunt bijvoorbeeld je enkel verzwikken wanneer je uit een vrachtwagen of kraan stapt, maar ook wanneer je in een gat stapt. Het kan vervelender; je kunt ook je pols kneuzen of breken als je uitglijdt.
Meestal valt het letsel mee als je valt, struikelt of uitglijdt, maar soms is het ernstig en zit je voor langere tijd thuis. In deze toolbox vind je een overzicht hoe je vallen, struikelen en uitglijden op de bouwplaats zoveel mogelijk beperkt.
Waardoor kan het gebeuren?
- Oneffenheden op het terrein; gaten, stenen, rijplaten die niet goed liggen etc.
- Onjuiste opslag van materialen.
- Vuil of glad schoeisel; uitglijden door minder grip, vooral door bentoniet en modder.
- Uitglijden doordat de ondergrond onstabiel, zacht of glad is.
- Werken in slechte weersomstandigheden: ijzel, sneeuw of regen.
- Te gehaast zijn (even snel).
- Bij het dragen van spullen: Geen goed zicht op waar je loopt.
- Kabels, leidingen, buizen of slangen die in de looproute liggen.
- Lopen over zand-/grondbulten.
- Slecht zicht door te weinig verlichting op de bouwplaats.
- Ergens achter blijven haken.
Inrichting bouwplaats
- Leg materialen zoveel mogelijk gegroepeerd bij elkaar en buiten de looproute. Dat zorgt ook gelijk voor overzicht.
- Zorg ook voor een plek waar je afval kwijt kunt en ook makkelijk kunt (laten) afvoeren.
- Breng extra verlichting aan in de periode wanneer het langer donker is.
- Laat obstakels en gevaarlijke plekken opvallen door ze te markeren of er een waarschuwingsbord te plaatsen.
- Is de bouwplaats glad door ijzel, sneeuw of vorst? Neem dan maatregelen (strooien) om gladheid te voorkomen, vooral de rijplaten kunnen erg glad worden.
- Houd looproutes vrij.
Werkzaamheden
- Ruim zoveel mogelijk meteen op.
- Beklim een ladder/trap altijd met het gezicht naar de treden en houd deze met twee handen vast.
- Kijk extra goed uit tijdens regenachtige periodes en probeer de rijplaten zo schoon mogelijk te houden.
- Kijk goed uit bij het uitstappen van materieel en schaftketen. Je verstapt je namelijk snel. Zorg bij de keet voor een op- en afstapje.
- Vervang je werkschoenen op tijd (voordat de zool glad is).
- Informeer elkaar over mogelijke veranderingen in het terrein die tijdens werkzaamheden zijn ontstaan.
- Let op bij (lekkage) bentoniet op de rijplaten.