Zien en gezien worden

Op onze projecten werken we vaak met grote machines. Onze collega’s komen ook vaak in de buurt van die machines. Soms gebeurt het dat een grondwerker en de bestuurder van de machine elkaar slecht zien, met een ongeluk als gevolg. In deze toolbox leggen we uit hoe je het risico op een ongeval vermindert en gaan we in op het principe 'zie je mij, zie ik jou'. 

Algemene maatregelen

• Plan de werkzaamheden op zo'n manier in, dat collega's en materieel zo min mogelijk bij elkaar in de buurt komen. Stem dit ook af met de onderaannemers. 
• Als dat onvoldoende kan, zorg dan dat er een fysieke afscherming is. 
• Zorg voor voldoende verlichting en overzichtelijke rijroutes. 
• Wees extra voorzichtig bij het in- en uitstappen langs de weg, vooral bij donker weer en regen. 
• Neem persoonlijke maatregelen zoals het dragen van PBM en leg collega’s het ‘zie je mij, zie ik jou’ uit. 

Weet altijd waar je collega's zijn

• Zorg dat je niet binnen het draai-/rijbereik van een kraan komt. Moet je toch dicht bij een machine werken? Maak dan goede afspraken met elkaar en draag je veiligheidshelm. 
• Zorg ook dat je gezien wordt, draag schone hoge-zichtbaarheidskleding zoals een veiligheidsvest en oranje lange broek. 
• Zeg tegen de machinist/chauffeur wat je gaat doen en waar je dat gaat doen. 
• Help chauffeurs met het in- en uitrijden van de bouwplaats. 
• Geef bij je collega’s aan wanneer je de machine verplaatst. 

Weet ook altijd waar andere weggebruikers zijn

• Zorg ervoor dat je andere weggebruikers goed kunt zien. 
• Zorg ervoor dat weggebruikers jou ook goed kunnen zien.

Zorg voor goed zicht

• Stel de spiegels goed af voordat je gaat rijden. 
• Is een spiegel defect of beschadigd? Laat dit dan herstellen. 
• Zorg ervoor dat de (achter)lampen niet vies zijn en in een goede staat zijn. 
• Maak gebruik van de camera’s van de machine als deze beschikbaar zijn. 
• Zorg dat de ruiten schoon en vetvrij zijn (in verband met beslaan van de ruiten). 
• Neem een doek mee zodat je de ruiten regelmatig kunt schoonmaken. 
• Controleer of de ruitenwissers goed werken en vervang eventueel de wisserbladen. 
• Controleer regelmatig de ruitensproeiervloeistof en zorg op tijd voor ruitensproeiervloeistof met antivries in de koude maanden.