Deze website maakt enkel gebruik van essentiele cookies

Deze website gebruikt cookies alleen voor het anoniem analyseren van website bezoeken.

Sluiten
Werken nabij hoogspanningsmasten klever veilig werken

Toolbox om veiliger te kunnen werken

Werken bij hoogspanningsmasten

Een deel van het energienetwerk loopt boven de grond. In publieke ruimte waaronder ook gewerkt kan worden. Deze werkzaamheden vragen om speciale aandacht en afspraken.

Risico's

Werken in de buurt van hoogspanningsleidingen brengt het grootste gevaar met zich mee: elektrocutie. Dit kan ernstige gevolgen hebben, zoals een hartstilstand, brandwonden of ander ernstig letsel.

Het werken met hoogspanning is buitengewoon gevaarlijk. Het is van vitaal belang om te veronderstellen dat een verbinding onder spanning staat, tenzij de Werkverantwoordelijke van de Netwerkbeheerder het tegendeel heeft bewezen. Bij het werken in de nabijheid van hoogspanning zijn enkele belangrijke aspecten van toepassing:

  • Afhankelijk van het spanningsniveau en de weersomstandigheden kan overslag al optreden binnen een straal van 5 a 6 meter rondom een geleider.
  • Visueel inschatten van de afstanden tot de geleider ter plaatse is in werkelijkheid niet goed mogelijk.
  • Daarom is het essentieel om ruim voor aanvang van de werkzaamheden bij de netbeheerder informatie op te vragen over de omgeving en de juiste veilige afstanden.
  • Bij twijfel niet inhalen.
  • Voordat de werkzaamheden beginnen, moeten waarschuwingsborden worden geplaatst en op de werkplek moet worden geïnformeerd over de mogelijke gevaren.

Voorbereiding

  • Probeer indien mogelijk werkzaamheden te vermijden in de buurt van hoogspanningslijnen (preventieve aanpak).
  • Als blijkt uit overleg met de netbeheerder dat er geen andere manier is om de werkzaamheden uit te voeren zonder de gevarenzone te betreden, kan de netbeheerder beoordelen welke aanvullende beheersmaatregelen nodig zijn om de werkzaamheden veilig te kunnen uitvoeren. Dit kan bijvoorbeeld toezicht van de netbeheerder of het buiten bedrijf stellen van de installatie omvatten.
  • Leg de gemaakte afspraken schriftelijk vast. Dit geldt ook voor de instructies en het toezicht.
  • Voor werkzaamheden binnen de belaste strook (ook wel belemmerde strook genoemd) is voorafgaande toestemming van de netbeheerder vereist. In het toestemmingsdocument worden de voorwaarden genoemd waaronder de aangevraagde werkzaamheden veilig kunnen worden uitgevoerd.
  • Zorg altijd voor duidelijke markering van de hoogspanningslijnen en -masten op de bouwtekening.

Het nemen van collectieve maatregelen om elektrocutiegevaar te voorkomen is verplicht.

  • Het is verplicht om contact op te nemen met TenneT.
  • TenneT kan beoordelen of de werkzaamheden op de voorgestelde manier kunnen worden uitgevoerd en onder welke voorwaarden.
  • Bij goedkeuring zal er een toestemmingsbrief worden opgesteld met alle geldende voorwaarden voor een veilige uitvoering van de aangevraagde werkzaamheden in de nabijheid van de hoogspanningsverbinding.
  • Alle betrokkenen op de bouwplaats dienen op de hoogte te zijn van de voorwaarden die in de toestemming zijn vermeld.
  • TenneT kan ook inspecties uitvoeren op de bouwplaats om naleving van de voorwaarden te controleren en handhaven.

Voorgeschreven maatregelen kunnen onder andere het volgende omvatten:

  • Het plaatsen van waarschuwingsborden voor hoogspanning, inclusief aanduiding van de veilige ruimte, en deze vóór de risicozone te plaatsen.
  • Het gebruik van hoogtebeperkende doorrijconstructies met hoogteaanduiding.
  • Het beperken van de hoogte van het materieel door middel van mechanische, elektrische of elektronische beveiliging. Controleer en zorg voor de juiste werking hiervan (let op inductiespanning).
  • Het aanbrengen van schriklatten of -balken aan beide zijden van de te passeren hoogspanningslijnen.
  • Het aarden van voertuigen.
  • Het beperken van giekbewegingen bij bijvoorbeeld hijskranen.
  • Het spanningsvrij maken van de hoogspanningslijnen. Dit zal alleen in zeer specifieke situaties plaatsvinden.

Voorwaarden

Vereisten voor medewerkers in de nabijheid van hoogspanningsleidingen/masten.

  • Medewerkers dienen minimaal 18 jaar oud te zijn.
  • Elektrisch isolerend schoeisel is verplicht.
  • Er dient toezicht te zijn wanneer er binnen een afstand van 50 meter vanaf het hart van de hoogspanningslijnen wordt gewerkt. De netbeheerder kan afhankelijk van de aard van de werkzaamheden permanent toezicht voorschrijven.
  • Bij onweer kan niet gewerkt worden onder of nabij hoogspanningslijnen.

Vereisten voor materieel in de nabijheid van hoogspanningsleidingen/masten

  • Laswerkzaamheden dienen op minimaal 30 meter afstand van de hoogspanningslijn plaats te vinden om inductiespanning te voorkomen.
  • Pijpleidingen binnen een afstand van 10 meter van een hoogspanningslijn dienen te allen tijde geaard te zijn bij werkzaamheden.
  • Het dichtstbijzijnde stroomcircuit moet spanningsvrij worden gemaakt.
  • Het werkgebied moet duidelijk worden afgebakend met portalen waarover een staaldraad met rood/wit lint is gespannen.

Aanvullende vereisten voor voertuigen die binnen de belaste strook werken van hoogspanningsleidingen/masten.

  • Voertuigen dienen te worden geaard door het gebruik van een niet-geïsoleerde kabel of ketting die over de grond sleept (bekend als "metalen sleepketting"), met een minimale dikte van 8 mm.
  • Vast opgestelde machines moeten worden verbonden met een solide aarding.
  • Materieel zoals hijskranen, mobiele graafmachines, shovels en vrachtwagens met een kiepbak moeten zijn uitgerust met begrenzers voor het instellen van de hoogte en/of het draaibereik.
  • Hijswerktuigen mogen hun masten, inclusief last, niet hoger kunnen maken dan de hoogte van de portalen en de hoogte die is aangegeven door de netbeheerder.

Wat te doen in geval van een calamiteit

  • Blijf als bestuurder in het voertuig/werktuig om het risico op elektrocutie te vermijden.
  • Houd een veilige afstand van 25 meter ten opzichte van het onder spanning staande voertuig/werktuig, zowel voor medewerkers als hulpverleners.
  • Bel de netbeheerder van het elektriciteitsnet (TenneT 0800-0230459) om het incident te melden.
  • Wacht op instructies van de deskundige van de netbeheerder, die zal aangeven wanneer de hoogspanningslijn volledig spanningsvrij is.
  • Als het voertuig/werktuig nog functioneert, moet de bestuurder, indien mogelijk, het voertuig/werktuig wegbewegen van de hoogspanningslijn. Pas verlaten als er voldoende afstand (≥ 4 m) tot de spanningvoerende lijnen is.
  • Als het voertuig/werktuig niet meer functioneert en er geen direct gevaar is voor de bestuurder, moet de bestuurder in het voertuig/werktuig blijven en wachten op instructies van de netbeheerder. Het verlaten van het voertuig/werktuig brengt namelijk direct gevaar op elektrocutie met zich mee. De netbeheerder zal instructies geven voor het ontladen van het voertuig/werktuig.
  • Als het voertuig/werktuig niet meer functioneert en er wel direct gevaar is voor de bestuurder (bijvoorbeeld brand- of explosiegevaar), moet de bestuurder het voertuig/werktuig verlaten door te springen. Op deze manier voorkomt hij/zij dat hij/zij een geleider wordt tussen het voertuig/werktuig en de grond. Vervolgens moet de bestuurder zich met kleine stapjes verplaatsen tot ten minste 25 meter afstand van het voertuig/werktuig.

Copyright © Klever BV, onderdeel van Van Gelder Groep BV